Samenvatting
De gemeente vindt het belangrijk dat de wijkbewoners invloed hebben op en betrokken zijn bij de woon- en leefomgeving. De gemeente heeft signalen ontvangen dat bewoners in een gedeelt van de Eilandenbuurt verschillende vormen van overlast ervaren. In mei 2022 is een enquête naar de leefbaarheid en veiligheid in de Eilandenbuurt in Oosterheem uitgevoerd. Alle 1.814 woonadressen in de Eilandenbuurt zijn door middel van een brief uitgenodigd om de digitale vragenlijst in te vullen. De vragenlijst mocht door iedereen ouder dan 15 jaar worden ingevuld. In totaal hebben 265 respondenten één of meer vragen van de enquête ingevuld, waarvan 60 respondenten in het onderzoeksgebied wonen.
Als de verschillen tussen het onderzoeksgebied en het overige deel van de Eilandenbuurt significant zijn, worden deze twee gebieden met elkaar vergeleken. Een verschil wordt significant genoemd als de kans dat het verschil op toeval berust kleiner is dan 5%.
Contact en verbinding
Sociale cohesie
Aan de hand van zeven stellingen is de ervaren sociale cohesie gemeten. Op basis van zes van deze stellingen is een gemiddelde score berekend als score voor de sociale cohesie. Dit is een score tussen de 1,00 en 4,00, waarbij een lagere score gelijk staat aan een lagere sociale cohesie. De sociale cohesie in het onderzoeksgebied is gemiddeld een 2,32. In 2021 was dit een 2,52. Meer dan een kwart (28,3%) haalt een score tussen de 2,50 en 2,99.
Contact met de gemeente
In totaal weet 47,8% van de respondenten waar ze iets kunnen melden met betrekking tot de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Meer dan drie op de tien respondenten uit het onderzoeksgebied (31,6%) zeggen dat de gemeente de bewoners informeert over de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de Eilandenbuurt. In 2021 bedroeg dit 24,4%. Verder zegt bijna de helft van de respondenten uit het onderzoeksgebied (49,1%) dat de gemeente bewoners betrekt bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid. Dit percentage is gestegen van 33,9% in 2021.
Voorzieningen voor de jeugd
Speelvoorzieningen
In het onderzoeksgebied van de Eilandenbuurt vindt 10,2% van de respondenten dat er onvoldoende speelplekken zijn voor kinderen. In het overige deel van de buurt zegt 27,7% van de respondenten dat er onvoldoende speelplekken zijn. De respondenten geven vaak aan dat er eigenlijk wel voldoende speelmogelijkheden zijn, maar dat deze vaak worden gebruikt als hangplek door jongeren.
Voorzieningen voor jongeren
Bijna vier op de tien respondenten (37,9%) vinden dat er onvoldoende voorzieningen zijn voor jongeren. Een deel van de respondenten zegt dat er in de buurt wel voldoende voorzieningen zijn, maar dat de jongeren geen gebruik maken van de voorzieningen. Het organiseren van activiteiten zou kunnen helpen. Daarnaast zegt een aantal respondenten dat een actief jeugdcentrum niet middenin de buurt moet komen, maar aan de rand van de buurt om zo overlast bij de woningen te verminderen.
Overlast en veiligheid
Schoon
Bijna negen op de tien respondenten uit het onderzoeksgebied (87,9%) ervaren overlast van rommel op straat. Iets meer dan acht op de tien respondenten uit het onderzoeksgebied (81,8%) ervaren overlast door geluid.
Heel
Meer dan een derde van de respondenten uit het onderzoeksgebied (38,6%) geeft aan dat vernield straatmeubilair niet voorkomt in de Eilandenbuurt. Onder respondenten uit de rest van de Eilandenbuurt geldt dit voor 69,5% van de respondenten. Kijkend naar vernielde straatverlichting, geeft 30,6% van de respondenten uit het onderzoeksgebied aan dat ze hier overlast van ervaren.
Veiligheid
In de Eilandenbuurt ervaart 36,5% van alle respondenten veel overlast door agressief rijgedrag. Verder geeft meer dan de helft van de respondenten uit het onderzoeksgebied (51,8%) aan veel overlast te ervaren door rondhangende jongeren en ervaart 32,4% van de respondenten uit het onderzoeksgebied veel overlast door drugsgebruik en/of -handel. Aan de respondenten is ook gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden melding van overlast hebben gemaakt. De helft van de respondenten uit het onderzoeksgebied (50,0%) geeft aan dat zij melding hebben gemaakt van overlast. Onder de respondenten uit het overige deel van de Eilandenbuurt heeft 27,7% in de afgelopen twaalf maanden melding gemaakt van overlast. Daarbij geven meerdere respondenten aan dat ze de meldingen hebben gedaan bij de gemeente. De respondenten maken ook meldingen bij de politie en de woningcorporatie. Het merendeel van de respondenten geeft aan meldingen te hebben gemaakt over zwerfafval, rondhangende jongeren en geluidsoverlast. Over het algemeen voelt 17,5% van de respondenten uit het onderzoeksgebied zich nooit onveilig in de Eilandenbuurt. Bij de respondenten uit het overige deel van de Eilandenbuurt voelt 39,8% zich nooit onveilig. 5,6% van de respondenten zegt dat zij zich in de afgelopen twaalf maanden veiliger zijn gaan voelen in de Eilandenbuurt. Als de respondenten overdag alleen over straat lopen, voelt 59,6% van de respondenten uit het onderzoeksgebied zich nooit onveilig. Als de respondenten ‘s avonds alleen over straat lopen, voelt bijna een kwart van de respondenten uit het onderzoeksgebied (24,6%) zich nooit onveilig. Daarnaast geeft 51,1% aan zich soms of vaak zorgen te maken als hun kinderen buiten spelen in de Eilandenbuurt.
Financiën
Bekendheid van organisaties en regelingen
Acht op de tien respondenten (80,4%) geven aan dat zij het Nibud kennen. Het Juridisch Loket is bekend bij 56,9% van de respondenten en Stichting Piëzo is bekend bij 64,7%. Ongeveer één op de tien respondenten (11,8%) geeft aan geen van de voorgestelde organisaties te kennen. 16,0% van de respondenten zegt dat ze geen van de regelingen kennen. De regeling met de grootste bekendheid onder de respondenten is de ZoetermeerPas (80,0%). De Schuldhulpverlening is bekend bij 60,0% en de Bijzondere Bijstand is bekend bij 42,0%.
Problematiek en hulp
Meer dan zeven op de tien respondenten (72,0%) geven aan in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête geen financiële problemen te hebben ervaren. De meest genoemde problemen zijn stress over geld en het gevoel te moeten overleven. In beide gevallen geeft 10,0% van de respondenten aan dit te hebben ervaren. Vier op de tien respondenten (40,0%) zouden, als zij financiële problemen zouden hebben, hulp of advies vragen. Nog meer respondenten (44,0%) weten niet of zij hulp of advies zouden vragen als zij financiële problemen zouden hebben. De respondenten geven aan dat ze liever een centraal punt, onder de regie van de gemeente, zien, waar zij met hun vragen terecht kunnen. Ook willen de respondenten dat er een proactieve aanpak wordt gehanteerd.
Oordeel en actie
Oordeel
De respondenten konden de tevredenheid over de buurt uitdrukken met een rapportcijfer. Het gemiddelde rapportcijfer van de respondenten uit het onderzoeksgebied is een 6,7. In 2021 was het gemiddelde cijfer een 6,5. 17,2% van hen geeft een onvoldoende (1 t/m 5). Het gemiddelde rapportcijfer van de respondenten uit de rest van de Eilandenbuurt is een 7,3 en 11,8% van hen geeft een onvoldoende voor hun directe woonomgeving. Meer dan de helft van de respondenten (55,5%) vindt dat de buurt in de afgelopen twaalf maanden erop achteruit is gegaan. De respondenten is ook gevraagd om in een rapportcijfer aan te geven hoe zij hun veiligheid in de Eilandenbuurt beoordelen. Het gemiddelde rapportcijfer van de respondenten uit het onderzoeksgebied is een 6,8. In 2021 was dit een 6,5. 14,0% van de respondenten uit het onderzoeksgebied geeft een onvoldoende (1 t/m 5). In 2021 gaf 18,1% van de respondenten een onvoldoende. Van de respondenten uit de rest van de Eilandenbuurt geeft 7,0% een onvoldoende en het gemiddelde rapportcijfer is een 7,4. Ongeveer twee op de tien respondenten (22,8%) zeggen dat de hoeveelheid criminaliteit in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête is toegenomen.
Actie
De respondenten konden aangeven wat, in hun ogen, de actiepunten voor de gemeente zijn om de leefbaarheid en veiligheid in de Eilandenbuurt te verbeteren. Daarbij wordt door de respondenten vaak aangegeven dat ze meer toezicht in de buurt willen, bijvoorbeeld met behulp van beveiligingscamera’s. Verder stellen meerdere respondenten voor om de jongeren meer bij de buurt te betrekken en (gratis) activiteiten aan te bieden, zodat de jongeren minder geneigd zijn om te gaan rondhangen. Daarnaast geven meerdere respondenten aan dat de communicatie beter kan. Het gebeurt te vaak dat zij niets meer horen als zij ergens melding van maken. Verder valt op dat de respondenten die niet in het onderzoeksgebied wonen, vaak aangeven dat de gemeente wat moet doen aan de parkeerproblematiek en de hardrijders in de buurt. De respondenten is ook gevraagd om aan te geven of zij zelf iets kunnen en willen doen om bij te dragen aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid. Meerdere respondenten geven aan dat ze in gesprek gaan met buurtbewoners en de jongeren. Ook zeggen veel respondenten dat ze melding zullen (blijven) maken van overlast. Dit is volgens hen een goede manier om de problematiek in de buurt zichtbaar te maken bij de gemeente. Daarnaast willen de respondenten, alleen of met elkaar, zwerfvuil opruimen.